Als arbeidsadvocaat kom ik vaak in aanraking met bijzondere kwesties. Soms terecht, soms onterecht. Op 1 maart 2021 had ik een bijzondere zitting bij de Rechtbank Amsterdam waarbij een werknemer zich op het standpunt had gesteld dat er sprake was van een arbeidsconflict. Om deze reden moest de arbeidsovereenkomst volgens werknemer worden ontbonden met een forse ontslagvergoeding. Zelf was ik bij deze procedure betrokken als advocaat van werkgever en omdat ik met stomheid geslagen was, deel ik de gang van zaken graag met u.
De procedure
De advocaat van werknemer (mr. X) begon zijn pleidooi: “In mijn ruim 42 jaar omspannende carrière als advocaat – als ik daar zo van mag spreken – heb ik eigenlijk nog nooit een met deze zaak vergelijkbare kwestie gehad. Dit is ook – voorzover ik me kan herinneren – de tweede keer sinds mijn beëdiging in 1978 dat ik een werknemersverzoek indien. Ik ben me als arbeidsrechtspecialist als geen ander bewust van de daarmee gemoeide risico’s, maar in dit geval had ik te maken met een cliënte die te langen leste dermate gebukt ging onder de manier waarop haar werkgever […] haar bejegende (“attaqueerde”), dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst geen optie meer was.” Nu ben ik zelf nog geen 42 jaar advocaat, maar ook voor mij was dit een procedure die ik nog niet eerder had meegemaakt. De toon voor het verdere verloop van de zaak was daarmee overigens wel gezet.
Door mr. X werd in de procedure een e-mail overgelegd, welke zijn cliënte naar hem zou hebben toegezonden. Puur om duidelijk te maken hoe schofterig werkgever zich wel niet had opgesteld naar werknemer toe, had mr. X de mail naar werkgever doorgezonden:
“Goedenavond [….],
Wederom een mail naar mij rechtstreeks. Ik wilde de mail eigenlijk verwijderen, maar gezien de header leek het me toch verstandig om de inhoud te lezen. Wel, dan had ik beter niet kunnen doen; na het zien van de mail kreeg ik direct een paniekaanval en kwam ik in een soort psychose terecht. Echt verschrikkelijk.
Wil jij alsjeblieft reageren? Want ik ben met toestemming van de bedrijfsarts naar een geel gebied gereisd (zat in Spanje in een zeer afgelegen gebied en ben verder ook extreem voorzichtig geweest) en ik kan er toch niets aan doen dat Spanje de code oranje kreeg op het moment dat ik er al was.
Voor het overige is er (volgens mij) geen beleid over hoe er wordt omgegaan met het reizen naar risicogebied en vakantiedagen.
Groet,
[….]”
Lezing van deze e-mail doet het vermoeden dat het echt niet goed ging met werknemer. De sympathie ligt dan ook bij werknemer zou u denken. Sterker nog, deze werkgever moest wel iets verschrikkelijks hebben gedaan als werknemer daardoor paniekaanvallen kreeg en in een soort psychose terecht was gekomen. Na gedegen onderzoek is het origineel van de e-mail boven tafel gekomen. De inhoud van deze mail was toch net iets minder ernstig. De originele mail van de werknemer naar haar advocaat zag er namelijk zo uit:
“Goedenavond [….],
Wederom een mail naar mij rechtstreeks. Ik wilde de mail eigenlijk verwijderen, maar stuur het toch maar even door. Je mag prima vermelden dat ik direct bij het zien van de mail een paniekaanval kreeg/in een psychose terecht kwam/verzin maar wat. Wat een klote intimiderende, mail weer.
Ten eerste ging ik naar een geel gebied en werd het pas oranje op het moment dat ik er al was.
Ten tweede is er (volgens mij) geen beleid over hoe er wordt omgegaan met het reizen naar risicogebied en vakantiedagen.
Groet,
[….]”
Zoals mr. X in zijn pleidooi had aangegeven is deze zaak inderdaad uniek. Zelden heb ik het als arbeidsrechtspecialist meegemaakt dat een advocaat zo erg uit de bocht is gevlogen. Toen ik mr. X met de verschillende versies van de e-mail had geconfronteerd, kon hij niet anders dan erkennen dat hij de betreffende mail had aangepast omdat dit beter uitkwam voor zijn zaak. Uiteraard kwam dit er pas uit na het nodige stotteren en pennendraaien. De rechter was het ook opgevallen en op 5 maart 2021 heeft de rechter uitspraak gedaan (oftewel binnen 4 dagen waar rechters vaak 2 tot 3 weken nodig hebben voor een dergelijke beschikking).
De beschikking
“Het heeft er alle schijn van dat het niet toekennen van een loonsverhoging en het niet toestaan van uitbreiding van de arbeidsduur per week bij [werknemer] onvrede heeft gewekt, maar een en ander is niet aan te merken als verwijtbaar handelen van de werkgever. [….] Blijkens de overgelegde stukken en met name de onder 1 genoemde e-mails was duidelijk sprake van een strategie om op eigen initiatief het dienstverband te doen eindigen mét een ontslagvergoeding. De gemachtigde van [werknemer] is daarbij (zeker voor een advocaat) veel te ver gegaan door een vervalste e-mail aan [werkgever] door te sturen.” Voorts heeft de rechter de arbeidsovereenkomst per direct ontbonden zonder toekenning van een transitievergoeding.
Als advocaat moet je vechten voor je klant, maar iedereen moet zich uiteraard wel aan de regels houden. Zelf zie ik het recht als een schaakspel, je moet vooruit denken. Hoe meer stappen je vooruit kan denken, des te groter de kans dat je een procedure wint. Mr. X wilde het spel spelen, maar hij hield zich daarbij niet aan de regels van fair play. Hij vond het zelfs nodig om een misdrijf te plegen om te kunnen winnen. Zo staat in artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht opgenomen: “Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrift gestraft, met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.” Het laatste woord zal waarschijnlijk nog niet gezegd zijn over deze kwestie. Maar als advocaat hoop ik dit uiteraard nooit meer mee te maken.