Wat betaalt de stiefouder?
Een stiefgezin of samengesteld gezin is een gezin waarbij ten minste één van de partners kinderen heeft uit een eerdere relatie. Zo’n gezin ontstaat vaak na echtscheiding: een gescheiden ouder heeft wel of geen kinderen en krijgt een nieuwe partner, die zelf soms ook kinderen heeft. Er wordt wel of niet opnieuw getrouwd. Uit die nieuwe relatie worden soms ook weer kinderen geboren.
Het berekenen van kinderalimentatie is dan ingewikkeld. Vaak zijn er 3 personen onderhoudsplichtig voor een of meerdere kinderen en moet de draagkracht van de ouders worden verdeeld over kinderen in verschillende gezinnen. De ex-partner kan namelijk ook gaan samenwonen of trouwen met iemand die al kinderen heeft en/of ze kunnen samen ook weer kinderen krijgen… volgt u het nog?
In deze 1e blog van dit tweeluik komt de bijdrageplicht van de stiefouder aan bod. Moet de stiefouder net zo veel bijdragen als de “eigen” ouder? Het 2e deel gaat over de verdeling van de draagkracht van de ouders wiens kinderen in verschillende gezinnen leven.
Het begint met de vraag: “wie is onderhoudsplichtig?”
De ouders en stiefouders zijn onderhoudsplichtig voor een kind. Een stiefouder ben je wanneer je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt. De onderhoudsplicht geldt alleen voor de kinderen die tot je gezin behoren (wonen). Een voorbeeld: een man trouwt met een vrouw die kinderen heeft uit een eerder huwelijk, maar die kinderen wonen bij hun biologische vader. De man is dan stiefouder, maar niét onderhoudsplichtig. Opvallend is dat wanneer een ouder samenwoont zonder te trouwen of partnerschap, er voor haar of hem géén onderhoudsplicht bestaat. Dat voelt soms onrechtvaardig omdat de kosten van de kinderen hetzelfde zijn maar de nieuwe partner van de ex in tegenstelling tot de stiefouder niet hoeft te betalen. Let op, een biologische ouder die het kind niet heeft erkend is ook onderhouds-plichtig. Een wettelijke, maar niet biologische ouder (bijvoorbeeld aan adoptief ouder) is ook gewoon onderhoudsplichtig maar alleen zolang het huwelijk en/of adoptie duurt.
Wat betaalt de stiefouder en wat de ouder?
De stiefouder moet dus meebetalen aan het levensonderhoud van de stiefkinderen die tot het gezin behoren. Maar is die bijdrageplicht gelijk aan die van de ouder?
Medio jaren 90 heeft de rechter beslist dat de onderhoudsplicht van een stiefouder niet ondergeschikt is aan die van de ouders. De stiefouder komt niet pas in beeld als de ouders een tekort aan financiële draagkracht hebben. Uitgangspunt is dat de onderhoudsverplichtingen gelijk verdeeld worden ofwel iedere onderhoudsplichtige (stiefouder en ouder) dragen in principe naar rato van draagkracht bij.
Maar de omstandigheden van het geval, lees de bijzondere verhouding tussen ouder en kind en tussen stiefouder en kind speelt een belangrijke rol, bijvoorbeeld de frequentie van het contact tussen ouder en kind, hoe lang is de stiefouder al in beeld is en het feit dat de biologische ouder vaak meer verwant is met het kind dan een stiefouder . Deze onderlinge verhoudingen kunnen reden zijn om af te wijken van de hoofdregel. Het laat zich raden dat dit uitgangspunt kan leiden tot verschillende uitkomsten.
Wat zegt de rechter?
Soms staat de verplichting tot levensonderhoud door de eigen ouders voorop en is de onderhoudsplicht van de stiefvader ondergeschikt aan die van de wettelijke ouders.
Maar het kan ook andersom. De biologische vader en het kind hadden al jaren geen contact meer hebben en het kind makte al geruime deel uit van het gezin van stiefvader. Het hof vond het in dit geval billijk dat de stiefvader een derde deel van de kosten van het kind draagt. Het overige deel wordt naar rato van de draagkracht van de biologische vader en de moeder verdeeld.
In een andere vrij recente hof uitspraak hebben vader en moeder twee kinderen, waarvan de op dat moment jongmeerderjarige (18-21) geruime tijd bij een tante woont. Moeder is hertrouwd en het jongste kind woont bij haar en stiefvader. De rechtbank kende vader een groter deel in de kosten toe dan de stiefvader, maar het hof ziet het anders, zij beslist dat hier de hoofdregel van gelijke rang moet gelden en verdeelt daarom de kosten van de kinderen naar rato van ieders draagkracht.
Een ander Hof beslist over de situatie van gescheiden ouders met één kind, waarbij moeder kort geleden is hertrouwd en het kind bij haar en stiefvader woont en er regelmatig contact tussen vader en het kind is. Vader en stiefvader hebben voldoende draagkracht om volledig in de behoefte van het kind te voorzien, de draagkracht van moeder is klein. Het hof vindt het dan niet redelijk om de draagkracht naar rato over de kosten van het kind te verdelen omdat de stiefvader dan net zo veel als de vader zou betalen. Daarom vindt het hof dat vader en moeder samen twee derde moeten bijdragen.
Uitkomst?
De bijdrage van de stiefouder wordt soms op nul gesteld en soms op een derde deel van de kosten en dan weer naar rato van draagkracht over de kosten verdeeld. De praktijk kent bovendien ongetwijfeld nog (veel) meer variaties, partijen kunnen afspreken wat ze willen mits zij het daarover eens zijn (en weten wat ze doen). De rechter heeft veel ruimte voor maatwerk. Wat redelijk is verschilt per geval en dat is begrijpelijk maar lastig te vergelijken op verjaardagsfeestje wanneer het gaat om de bijdrage van de ex!
Voor de rechtszekerheid was het beter geweest wanneer de hoogste rechter de bijdrageplicht van de stiefouder ondergeschikt had gemaakt aan die van de ouders. Dan was er een duidelijke, voor alle gevallen toepasbare regel geweest.
De voorzichtige conclusie luidt dat het procederen over dit onderwerp mogelijk toch een gok is. Voor ouders des te meer reden om – zo nodig met hulp van een mediator – samen goede afspraken te maken. Afspraken die niet bevochten zijn maar zelf bedacht.